Een roerige geschiedenis
Aan de Hemdijk ligt enkele honderden meters landinwaarts op een terp, het pittoreske kerkje van Westhem. Het gaat om een oude nederzetting daar op de ''uitburen’’ Feytebuorren. Al in de 9e eeuw moeten er mensen hebben gewoond.
In de 11e eeuw staat het dorpje, met thans circa 100 inwoners, bekend als Waschum, een welvarende vissersplaats temidden van een uitgestrekt plassengebied. De tegenwoordige dorpsnaam herinnert hieraan. Dit was een laaggelegen binnenpolder omringd door dijken voor waterkering, die natuurlijk afwaterde via sluizen. Vooral het water van aangrenzende hoger geleden gebieden vond een uitweg door hemsluizen. Het systeem stamt uit de middeleeuwen (12e eeuw) en heeft tot in de 19e eeuw gefunctioneerd.
In het geval van Westhem verzamelde het water zich in de zijlroede als toevoerleiding naar de zijl, waar vervolgens werd gespuid in de meren. Langs de kerk loopt dan ook de Sylroede in de richting van De Kat, een andere uitburen van Westhem, pal aan de Hemdijk. Daar moet de uitwateringssluis hebben gelegen. ‘Kat’ betekent vanouds sluis of zijl.
De kerktoren stamt uit de veertiende eeuw, is opgebouwd uit kloostermoppen en vormt het oudste gedeelte van het gebouw.